Proces

De MIRT-verkenning

Op dit moment zit het project in de MIRT-verkenningsfase. Deze fase is met het gunnen van de opdracht in juni 2021 aan ingenieurscombinatie Royal HaskoningDHV/Infram/Buck Consultants International officieel gestart. De MIRT-verkenning levert informatie op waarmee de minister een voorkeursalternatief kan vaststellen. Het voorkeursalternatief is de oplossingsrichting die in de volgende fase, de planuitwerking, in detail wordt uitgewerkt.

Hoe werkt een MIRT-procedure?

De MIRT-procedure heeft als doel om samen met de betrokken partijen te komen tot een oplossing voor de knelpunten op de A50 tussen de knooppunten Ewijk en Paalgraven. Dit doen we door de opgave breed te onderzoeken en een integrale afweging te maken. Die afweging gebeurt op verschillende thema's, zoals: milieu, doorstroming van het verkeer en kosten en baten.

Wat zijn de stappen in een MIRT-verkenning?

De verkenning bestaat uit vier stappen: start, analyse, beoordeling en besluitvorming.

  • Tijdens de startfase is de startbeslissing uitgewerkt tot een projectplan. Dit projectplan beschrijft de aanpak van de MIRT-verkenning.
  • In de analysefase worden de kansrijke oplossingen uitgewerkt. Binnen deze  oplossingen vindt ook onderzoek plaats naar mogelijke varianten. Betrokkenen uit de omgeving kunnen hierin meedenken. De oplossingen en varianten worden voorzien van een beoordeling op hoofdlijnen. Resultaat van deze fase is een uitwerking van de kansrijke oplossingen met een keuze binnen de mogelijke varianten. Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen (NKO) legt deze keuzes vast.
  • Het in beeld brengen van de effecten van de kansrijke oplossingen gebeurt in de beoordelingsfase van de MIRT-verkenning. De uitwerking vindt plaats in een verkeersrapport, een Milieueffectrapport (MER) en een kosten-batenanalyse. Doel van deze fase is het leveren van objectieve beslisinformatie. Hiermee kunnen de bestuurlijke partijen een afweging maken voor de keuze van de meest wenselijke oplossing en adviseren de Minister van IenW hierover.
  • In de besluitvormingsfase komt alle informatie uit de MIRT-verkenning samen in de Structuurvisie. Eindpunt van de verkenning is het vaststellen van het voorkeursalternatief door de Minister van IenW.