Project

De A50 Paalgraven-Bankhoef-Ewijk staat al jarenlang in de nationale file-top 10. Ook gebeuren er veel ongelukken op dit traject. In 2019 hebben we daarom een MIRT-onderzoek uitgevoerd naar mogelijke oplossingen. De MIRT-verkenning werkt deze oplossingen nader uit.

De MIRT-verkenning levert informatie op waarmee de minister van Infrastructuur en Waterstaat een voorkeursalternatief kan vaststellen. Het voorkeursalternatief is de oplossingsrichting die we in de volgende fase, de planuitwerking, in detail zullen uitwerken.

Wat gaan we doen?

Het vastgestelde MIRT-onderzoek uit 2019 maakt duidelijk dat het aanpassen of verbreden van de A50 een oplossing biedt voor de huidige en toekomstige knelpunten. De uitkomsten staan in de samenvatting van het MIRT-onderzoek.

De MIRT-verkenning onderzoekt de volgende 3 kansrijke oplossingen:

  • verbreding naar 3 rijstroken per rijrichting tussen knooppunt Bankhoef en afrit/toerit Ravenstein
  • aanleggen van spitsstroken op het traject Bankhoef-Paalgraven
  • verbreding naar 3 rijstroken per rijrichting op het traject Bankhoef-Paalgraven

Binnen deze 3 oplossingen vindt ook onderzoek plaats naar mogelijke varianten. Bijvoorbeeld verschillende oplossingen voor de Maasbrug bij Ravenstein.

Bij deze oplossingsrichtingen ligt de nadruk op het traject tussen de knooppunten Bankhoef en Paalgraven. Uit de geactualiseerde verkeersberekeningen blijkt echter dat een verbreding tussen deze knooppunten niet alle problemen kan oplossen én ook knelpunten veroorzaakt tussen Ewijk en Bankhoef. In deze MIRT-verkenning hebben we ons blikveld verruimd en daarom kijken we nu verder dan alleen de 3 oplossingsrichtingen uit de Startbeslissing. We onderzoeken ook oplossingen tussen Ewijk en Paalgraven en een verbreding naar 4 rijstroken per rijrichting (tussen Bankhoef en Paalgraven).

Het voorkeursalternatief

De verkenning levert uiteindelijk één alternatief op dat de voorkeur heeft (het voorkeursalternatief). Eind 2022 stelt de minister van Infrastructuur en Waterstaat dit voorkeursalternatief vast. Het voorkeursalternatief is de oplossingsrichting die het beste bijdraagt aan de projectdoelen. Bij het kiezen van het voorkeursalternatief nemen we ook de effecten op de omgeving en de kosten en baten mee. Na het vaststellen van het voorkeursalternatief volgt de planuitwerking. In de planuitwerking werken we het voorkeursalternatief in detail uit.

Strategische agenda / mobiliteitsaanpak Nijmegen-Eindhoven

Naast de oplossingen uit de MIRT-verkenning zijn er nog andere maatregelen die positief bijdragen aan de bereikbaarheid van de regio op de korte, middellange en lange termijn. Deze werken de provincies Gelderland en Noord-Brabant met de rijksoverheid, betrokken gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties uit. Dit gebeurt in een strategische agenda met gebiedsgerichte mobiliteitsaanpak voor de corridor A50 Nijmegen-Eindhoven. De strategische agenda kijkt naast het verbeteren van de bereikbaarheid voor auto- en vrachtverkeer bijvoorbeeld ook naar het verduurzamen van dit verkeer en de inzet van openbaar vervoer en fiets. Er vindt nauwe afstemming plaats tussen de MIRT-verkenning A50 en de strategische agenda/mobiliteitsaanpak.

Overige projecten

In de (directe) omgeving van de A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven zijn er verschillende ontwikkelingen en projecten die (mogelijk) een raakvlak hebben met deze verkenning. Hieronder noemen we enkele belangrijke: