A50: Hoe gaat het project om met betrekking tot het spoor?

De inzet van meer treinen (of verbreding van het spoor) maakt het OV aantrekkelijker, maar het effect van de modal-shift (verschuiving van het gebruik van de auto naar de trein) is niet voldoende om de capaciteitsproblemen op de A50 op te kunnen lossen.  

Bij de afronding van het MIRT-Onderzoek is er gekozen voor een splitsing naar enerzijds de uitbreiding van capaciteit op de A50, om zo de doorstroming te verbeteren en verkeersveiligheid te vergroten en anderzijds naar een pakket met mobiliteitsmaatregelen die ook bijdragen aan de bereikbaarheid van de regio, die laatste zijn ondergebracht in het Programma Mobiliteitsaanpak corridor A50 Nijmegen - Eindhoven. Een systeemsprong van het OV (spoor) is geen onderdeel van de MIRT-Verkenning A50 en/of Mobiliteitsaanpak.

Binnen de landelijke Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040  is het verhogen van de frequentie tussen Nijmegen – Den Bosch wel als ambitie benoemd. Ook is in de regionale uitwerking voor het Toekomstbeeld OV een directe treinverbinding Eindhoven - Nijmegen in combinatie met een verhoging van de sprinterfrequentie tussen Nijmegen en 's-Hertogenbosch als ambitie voor de periode richting 2040 in beeld gebracht. Daarbij is geconstateerd dat hiervoor de spoorbrug bij Ravenstein verdubbeld moet worden en ook op station Oss en bij 's-Hertogenbosch aanvullende maatregelen nodig zijn. Financiële middelen zijn (nog) niet beschikbaar. Zowel in de MIRT-verkenning als in de planuitwerkingsfase blijven wij de ontwikkelingen en besluitvorming rondom het Toekomstbeeld OV2040 volgen om eventuele desinvesteringen te voorkomen.