A50: Hoe gaat het project om met betrekking tot geluid?

Op dit moment onderzoeken we verschillende oplossingsrichtingen voor het vergroten van de verkeersveiligheid en verbetering van de doorstroming op de A50 tussen Ewijk en Paalgraven. Het inzichtelijk maken van de geluidseffecten is onderdeel van het Milieu effectrapport (MER), welke later dit jaar wordt opgesteld. Het MER geeft informatie óf er maatregelen nodig zijn om de geluidsbelasting te verlagen. De Verkenning geeft echter nog geen inzicht in wélke maatregelen nodig zijn. Dat wordt uitgewerkt in de volgende fase, de Planuitwerking. Voor het project A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven volgt in de volgende fase (de Planuitwerking) een uitgebreid onderzoek naar de geluidseffecten. Als uit dat onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de gevels van woningen (of andere geluidsgevoelige objecten) te hoog is, wordt onderzocht of het treffen van maatregelen (stiller asfalt of geluidwerende voorzieningen zoals geluidsschermen of geluidwallen) doelmatig zijn. Of een maatregel doelmatig is, hangt af van het effect op omgeving, de beschikbare ruimte en of met één van de alternatieve maatregelen een beter resultaat kan worden behaald. Indien een maatregel doelmatig is, wordt deze onderdeel van het Tracébesluit en wordt deze tijdens de uitvoering van het project gerealiseerd.

Geluidsscherm versus geluidswal

Of er gekozen wordt voor een groen-, glazen-, of betonnen geluidsscherm of dat er gekozen wordt voor een geluidswal (met bomen) komt in de volgende fase aan de orde en is afhankelijk van een aantal zaken. In eerste plaats moet de maatregel doelmatig zijn, maar ook op een goede manier inpasbaar zijn in het landschap. Daarbij speelt mee dat geluidswallen veel breder zijn en op plekken waar beperkt ruimte is, minder gemakkelijk in te passen zijn dan een geluidsscherm. In de Verkenning is er in de -nog op te stellen- Inpassingsvisie, aandacht voor de landschappelijke inpassing van de weg en eventuele geluidswerende voorzieningen. De inpassingsplannen die opgesteld worden tijdens de Planuitwerking, geven duidelijkheid over de definitieve keuzes. Ook zal de mate waarin ze te onderhouden zijn, de levensduur, de kosten en in hoeverre ze circulair of duurzaam zijn toe te passen worden meegewogen in deze keuze.

Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG)
Er is een Meerjarenprogramma Geluidsanering waarbinnen Rijkswaterstaat de afgelopen jaren onderzocht heeft of er op woningen in de buurt van de A50 voldaan wordt aan de geluidnormeringen zoals die wetmatig gelden. Binnen dit programma heeft recentelijk het Geluidsaneringsplan Noord-Brabant-oost ter inzage gelegen. Informatie over de voorgestelde MJPG maatregelen vindt u (hier) op de MJPG geluidmaatregelenkaart. U zoekt eenvoudig door uw eigen postcode en huisnummer in te voeren. Verder kunt u zich hier aanmelden om op de hoogte te blijven van het Meerjarenprogramma geluidsanering.

Projectteams van het MJPG en A50 zijn met elkaar in overleg over het (mogelijk in tijdelijke vorm) realiseren van geluidsschermen uit het MJPG-programma voorafgaand aan of gelijktijdig met de realisatie van de A50. Daarbij wordt gekeken of de geplande geluidsschermen uit het MJPG naar verwachting binnen het ruimtebeslag van het nog te kiezen voorkeursalternatief valt. Na het vaststellen van het Voorkeursalternatief, naar verwachting in 2023, wordt een besluit genomen over de planning en kosteneffectiviteit van de te nemen maatregelen om de geluidsbelasting, vooruitlopend op de afronding van het project A50, aan de geluidsnormering te laten voldoen.

Zie ook:

https://www.rijkswaterstaat.nl/wegen/wetten-regels-en-vergunningen/geluid-langs-rijkswegen/taken-en-verantwoordelijkheden-rijkswaterstaat.aspx

Reflectiegeluid
Door de plaatsing van geluidsschermen kan aan de overzijde van de A50 de geluidservaring (klankkleur) wijzigen. Dit  kan worden gecompenseerd door bijvoorbeeld de aanleg van geluidabsorberende schermen (niet weerkaatsende geluidsschermen) en stiller asfalt, waardoor er uiteindelijk geen sprake is van een verhoging van de geluidsbelasting. Hoe de geluidsschermen eruit komen te zien en welke materialen hiervoor worden gebruikt, wordt in de volgende fase (de Planuitwerking) uitgewerkt.

Voor de realisatie van de MJPG geluidsschermen geldt dat realisatie hiervan moet plaatsvinden binnen een termijn van vijf jaar na het onherroepelijk worden van het Saneringsplan. Afhankelijk van de beroepsprocedure zal dit voor Noord-Brabant Oost betekenen dat de MJPG geluidschermen omstreeks 2027/2028 gerealiseerd worden.

De realisatie van de A50 loopt vooralsnog gelijk met de planning van het vervangen van het asfalt op dit deel van de A50 en is voorzien in 2030. Hierbij wordt het asfalt vervangen door stiller asfalt. Afhankelijk van de uiteindelijke planning van het project A50, zal het asfalt mogelijk tegelijk met de aanleg van de A50 worden vernieuwd.

Geluidgevoelige objecten
Tijdens het onderzoek naar geluidseffecten in de volgende fase (de Planuitwerking) kijkt het projectteam, zoals bepaald in de Wet Milieubeheer, naar de geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten zoals woningen, scholen en ziekenhuizen. Als de geluidsbelasting, als gevolg van het project, boven de wettelijke normen komt, zal het projectteam maatregelen moeten treffen. Recreatieve objecten zoals hotels, campings, vakantieparken en/of natuurgebieden vallen niet onder geluidsgevoelige objecten volgens de Wet Milieubeheer.

Meten versus berekenen

In een akoestisch onderzoek voor een Tracébesluit wordt de geluidbelasting niet gemeten, maar berekend. Op basis van het wettelijk kader van de Wet geluidhinder zijn de

belangrijkste redenen daarvoor:

  1. Voor de toetsing aan de grenswaarden (voor onderliggend wegennet) en de zogenaamde GPP’s (geluid productie plafonds voor het hoofdwegennet) moet de geluidbelasting ná de voorgenomen aanpassing van de weg en met de toekomstige verkeersintensiteiten bepaald worden. Dat is in dit project de situatie 10 jaar na afronding van de werkzaamheden, voor het project A50 Ewijk – Bankhoef – Paalgraven zal dat circa 2035 – 2038 zijn. Deze situatie bestaat nog niet, zodat de geluidbelasting in dat jaar alleen modelmatig met berekeningen te bepalen is.
  2. De te beoordelen geluidbelastingen moeten betrekking hebben op een jaargemiddeld verkeersbeeld. Het bepalen van een (jaar)gemiddelde geluidbelasting is alleen mogelijk met behulp van berekeningen. In werkelijkheid is het geluidniveau in de tijd nooit constant in verband met de wisselende omstandigheden. Een geluidmeting is altijd een momentopname, afhankelijk van het aantal en het soort voertuigen op de weg, van de windrichting en de staat van het wegdek (nat of droog, onderhoud).
  3. De te beoordelen geluidbelastingen moeten gemiddeld zijn over het hele etmaal, waarbij voor de avond en de nacht een straftoeslag wordt meegenomen. Hierdoor weegt de geluidbelasting in de avond en vooral de nacht zwaarder dan de geluidbelasting overdag.
  4. De te beoordelen geluidbelastingen moeten per geluidbron (weg of spoorweg) bepaald worden. Met “meten” is het onderscheid tussen verschillende bronnen niet mogelijk.